De kern van leiderschap
Een korte introductie op leidinggeven als professie
Leiderschap is een complex thema. In dit document geven we een praktisch antwoord op de vraag: wat u als leidinggevende moet weten over leiderschap.
Kern van leiderschap
Over leiderschap is veel geschreven. De kern van al deze inzichten is samen te vatten in vier basisgedachten.
Basisgedachte 1.
Als leidinggevende hebt u een focus of doelstelling waar u naartoe wilt werken met uw medewerkers, team en organisatie.
Deze basisgedachte geeft aan dat leidinggeven plaatsvindt in de context van een organisatie en zich richt op het bereiken van vooraf vastgestelde organisatiedoelen. Leidinggeven en het stellen en realiseren van doelen is dus onlosmakelijk met elkaar verbonden. De kunst van uw leiderschap is in deze context dan ook dat uw medewerkers zich volledig inzetten voor het realiseren van deze organisatiedoelen. U als leidinggevende bent de verantwoordelijke persoon voor het scheppen van de optimale randvoorwaarden waardoor uw medewerkers maximaal kunnen functioneren.
Basisgedachte 2.
Als leidinggevende hebt u inzicht in uw eigen kwaliteiten en valkuilen en probeert u zich te ontwikkelen.
Een tweede basisgedachte is dat leiderschap gebaat is bij een hoge mate van zelfinzicht. Dit betekent dat leiderschap vraagt om een houding waarin u luistert naar uw omgeving en anderen uitnodigt om feedback te geven op uw gedrag. Leiderschap ontwikkelt u door te werken aan uw kennis, vaardigheden en houding. Leidinggeven is een professie. Vaak wordt gezegd dat er sprake is van natuurlijk leiderschap. Meestal wordt hiermee bedoeld een natuurlijk overwicht van een bepaalde persoon op anderen in zijn omgeving. Voor ons is natuurlijke dominantie echter niet gelijk aan leiderschap. Leiderschap is bewust bezig zijn met het bereiken van gestelde doelen. Een leider zet zijn kennis, houding en vaardigheden in om deze doelen met zijn medewerkers te realiseren. Hierbij gesteund door formele en informele sturingsinstrumenten.
Basisgedachte 3.
Als leidinggevende kunt u zich aanpassen aan situatie en persoon.
De complexiteit van leidinggeven zit vooral in het gegeven dat mensen en situaties nooit hetzelfde blijven in de tijd. Leidinggeven vraagt dan ook om het vermogen om situationeel om te kunnen gaan met beide aspecten. Leidinggeven aan een onervaren, beginnende medewerker is iets anders dan leidinggeven aan een ervaren senior op het einde van zijn carrière. En ook het leidinggeven in een gestructureerde omgeving is anders dan het leidinggeven tijdens een grote organisatieverandering. Het situationele karakter van leidinggeven vraagt om een hoge mate van flexibiliteit en belastbaarheid van de persoon van de leider.
Basisgedachte 4.
Als leidinggevende staat u continue in contact met anderen.
Zoals eerder gezegd is leidinggeven het realiseren van organisatiedoelen door de werkzaamheden van uw uw medewerkers. Dit betekent in hoge mate dat u hoger gelegen organisatiedoelen moet vertalen naar individuele taken van medewerkers. Hierbij is van essentieel belang het creëren van zingeving, motivatie en enthousiasme bij uw medewerkers. Ook zult u in het proces van taakuitvoering moeten beïnvloeden, bijsturen en beoordelen. In al deze aspecten is vaardigheid in communicatie de belangrijkste succesfactor. In leiderschapsontwikkeling speelt dan ook de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden een belangrijke rol.
Over ‘leidinggeven’ en ‘managen’
Tegenwoordig wordt er vaker gesproken over ‘managen’ dan ‘leidinggeven’.
Wat wordt nu verstaan onder respectievelijk managen en leidinggeven. Als we het woordenboek openslaan bij het begrip ‘management’, dan staat daar onder andere: het besturen van een (grote) organisatie, met name een onderneming.
Managen kan dus vooral worden gezien als het scheppen van organisatorische voorwaarden die verband houden met de werkuitvoering. Het betreft hier vooral een rationeel proces zoals het het organiseren van het werk, het opstellen van begrotingen en het bepalen van de doelstellingen. Leidinggeven richt zich meer op de dagelijkse praktijk. Het communiceren, stimuleren en aansturen van mensen. Het maken van afspraken en creëren van draagvlak. Leiderschap richt zich daarmee meer op aspecten waarbij het erom gaat medewerkers te beïnvloeden in hun beleving en gedrag. Beide aspecten, zowel managementtaken als leiderschapstaken taken heeft u nodig in het realiseren van uw doelstellingen.
Over leiderschapstijlen
Zoals eerder aangegeven is er veel geschreven over leiderschap. Veel van de bestaande literatuur gaat over de soorten van leiderschapsstijlen. Een leiderschapsstijl is het gedragspatroon wat een leidinggevende laat zien, benoemd door uw medewerker. U kunt namelijk zelf wel vinden dat u mensgericht leiding geeft, maar op het moment dat uw medewerkers dit zo niet ervaren, is dat niet uw leiderschapsstijl. In het ontdekken en benoemen van uw leiderschapsstijl staat dus niet uw visie op hoe u leiding geeft centraal, maar die van uw medewerkers op u.
Er worden allerlei termen gebruikt om leiderschap binnen organisatie te duiden, hier wat termen op een rij:
In essentie zijn de meeste leiderschapsstijlen terug te brengen tot gedragstijlen met een focus op de persoon van de leider (Authentiek leiderschap; Inspirerend leiderschap); een focus op de persoon van de medewerker (Coachend leiderschap; Mensgericht leiderschap) of een focus op de taakuitvoering (Resultaatgericht leiderschap; Effectief leiderschap)
Welke leiderschapsstijl door u wordt neergezet is uiteindelijk erg afhankelijk van uw persoonlijkheid en de cultuur van de organisatie waarin u functioneert.